
Huishoudelijk reglement Koninklijk Werk der Volkstuinen Dendermonde

Reglement KWDV
De feitelijke vereniging ‘Het Koninklijk Werk der Volkstuinen’, afdeling Dendermonde, hierna genoemd ‘de vereniging’, stelt percelen grond ter beschikking aan haar leden met het doel deze te bewerken voor persoonlijk gebruik.
De gronden van de vereniging zijn gelegen te Dendermonde, Krijgem 1.
De leden dienen een jaarlijkse bijdrage als huur te betalen en door de betaling ervan erkennen en aanvaarden zij dit reglement.
Artikel 1: Toewijzing van de percelen grond
A. De percelen worden in eerste instantie toegewezen door het bestuur van de
vereniging aan de inwoners van de stad Dendermonde en deelgemeenten
op basis van een wachtlijst.
Kandidaten voor de huur van een pand dienen zich te laten opnemen op
deze wachtlijst en hun aanvraag tweejaarlijks te hernieuwen.
B. De beschikking over een perceel wordt jaarlijks hernieuwd door betaling van
het lidgeld.
Deze beschikking kan steeds door het bestuur worden ingetrokken indien
het lid handelt tegen de bepalingen van dit reglement.
C. Het lid verbindt er zich toe het toegewezen perceel uitsluitend voor eigen
gebruik te bewerken. Elke verkoop van opbrengsten, in welke vorm ook, is
niet toegelaten.
D. De leden dienen elke adreswijziging onmiddellijk mede te delen aan de
secretaris van de vereniging.
Artikel 2: Indeling en onderhoud van de percelen
A. Het toegekende perceel moet in zijn geheel benut worden als moestuin.
Het moet beplant worden met nuttige gewassen zoals groenten, fruit (met
uitzondering van een boomgaard), bloemen of sierheesters.
Er dienen minstens vijf verschillende soorten gewassen geplant te worden
B. De aanleg van een bloemenboord van minimum 1 meter diepte en 4 meter
breedte, vooraan ter hoogte van de middenweg, is verplicht.
C. De teelt in grote oppervlakten, zijnde een oppervlakte van meer dan 4 m²,
van hoge gewassen en graangewassen (met uitzondering voor groen-
bemesting), is verboden.
Het lid dient er voor te zorgen dat de beplantingen geen schaduw veroor-
zaken aan de naastliggende percelen.
D. Het perceel dient steeds bewerkt en goed onderhouden te worden door het
lid of een door hem aangestelde persoon en mag in geen geval onder-
verhuurd worden.
E. Elk perceel wordt door het bestuur bepaald en dient gescheiden te blijven.
Indien een lid beschikt over twee of meer naast elkaar gelegen panden,
dienen deze steeds van elkaar gescheiden te blijven door een pad tussen
deze percelen.
Bij geschillen hierover dient het lid de beslissing van het bestuur te
aanvaarden.
F. Het is toegelaten op het pand klein vee te houden doch de hiervoor
voorziene ruimte mag slechts maximum 1/10 van de oppervlakte van
het pand bedragen.
De wetgeving op het dierenwelzijn dient nageleefd te worden waarvoor
enkel het lid aansprakelijk is.
Artikel 3: Constructies op de percelen
A. Afsluitingen, prieeltjes en tuinhuisjes moeten steeds onderhouden worden
en dienen een aangenaam aanzicht te bieden.
B. Op een pand mag slechts één serre opgericht worden met een maximum
oppervlakte van 24 m³ en 2,50 m nokhoogte.
C. Het is volstrekt verboden afgedankte voertuigen, caravans, bouwvallige
constructies en alle andere goederen die niet dienstig zijn voor het onder-
houd van de percelen, hierop te plaatsen.
Het hierbij in gebreke blijvende lid kan verplicht worden deze goederen
op zijn kosten weg te halen zonder enige tussenkomst van de vereniging.
Indien deze constructies niet afgebroken zijn binnen de tien kalender-
dagen na ontvangst van een aangetekende aanmaning, zal dit door de
vereniging worden uitgevoerd op kosten van het lid waarbij deze geen
aanspraak meer kan maken op de constructie of de elementen die zich
hierin of hieraan bevinden.
D. Mestvoorraad en waterhouders dienen zo ver mogelijk van de rijweg
geplaatst en afgedekt te worden en dienen in de mate van het mogelijke
door beplanting verborgen te worden.
E. De leden erkennen uitdrukkelijk dat de vereniging geen verantwoordelijk-
heid draagt betreffende de constructies die zich op de percelen bevinden.
Deze moeten opgericht zijn volgens de wettelijke bepalingen en de leden
dienen hiervoor de nodige verzekeringen af te sluiten.
Artikel 4: Onderhoud en veiligheid van de gemeenschappelijke delen
A. De leden dienen hun medewerking te verlenen aan het algemeen onder-
houd van de gemeenschappelijke delen zoals de toegangsweg, de rijwegen,
constructies, banken, sierplanten en dergelijke.
B. Elk lid is er toe gehouden de aan zijn perceel grenzende gracht(en) te onder-
houden, vrij te houden en uit te diepen tot minimum 1 meter ten opzichte
van het maaiveld.
Het hierbij in gebreke blijvende lid kan verplicht worden hiervoor de nodige
maatregelen te nemen.
Indien deze nalaat het nodige te doen binnen de tien kalenderdagen na
ontvangst van een aangetekende aanmaning, kan het bestuur de gracht(en)
door derden laten uitdiepen en de hieraan verbonden kosten op het lid
verhalen.
C. Elk lid is er toe gehouden de aan zijn perceel grenzende wegenis vrij te
houden, onkruidvrij te onderhouden en eventueel te herstellen.
D. Elk lid is verplicht de voor de tuinbouw schadelijke insecten, zodra deze zich
op zijn perceel vertonen, doelmatig te bestrijden en te vernietigen doch
enkel met wettelijk toegelaten bestrijdingsmiddelen.
Bij overtreding hiervan zijn de leden verplicht de door de bevoegde overheid
opgelegde herstelmaatregel op eigen kosten uit te voeren.
Artikel 5: Toegang tot de percelen
A. Enkel de leden en hun gezinsleden hebben toegang tot hun perceel of
dit waarop zij zijn uitgenodigd door het aldaar aanwezige lid.
B. De leden moeten op eerste verzoek toestaan dat het bestuur de op het
perceel aanwezige constructies bezoekt, zowel aan de binnen-als aan de
buitenkant en zij dienen zich onmiddellijk te schikken naar de gegeven
opmerkingen.
C. Het bestuur heeft steeds toegang tot de percelen en alle mogelijke
constructies die er zich op bevinden.
Artikel 6: Controle, toezicht en schade
A. De leden zorgen zoals een goede huisvader voor een behoorlijke bewaking
van de tuingroep.
B. Elk lid is verantwoordelijk voor schade toegebracht aan percelen of
goederen door hem of door derden die zij op de percelen hebben toege-
laten.
C. Het bestuur kan op geen enkele wijze verantwoordelijk worden gesteld voor
ongevallen in de tuingroep of op de percelen alsook niet voor verlies, vanda-
lisme, brandstichting of diefstal van waarden of goederen.
Artikel 7: Verbodsbepalingen
A. Een perceel geheel of gedeeltelijk onrechtmatig in gebruik nemen, aan
derden afstaan of laten bewerken.
Indien een lid zijn lidmaatschap wenst op te zeggen, dient hij dit aan de
secretaris van de vereniging te melden zodat het perceel aan een ander lid
kan worden toebedeeld.
B. De opbrengsten van het perceel zoals fruit, bloemen en groenten, te
verkopen.
C. Op het perceel en in de tuingroep activiteiten uitvoeren die indruisen
tegen het politiereglement van de stad Dendermonde of iedere andere
wettelijke bepaling.
D. Tuinafval te werpen op hiervoor niet bestemde plaatsen.
E. Een opslagplaats te maken voor materialen, ongeacht van welke aard, die
een totale oppervlakte beslaat van meer dan 5 % van het totale perceel.
F. Het betreden van de percelen met honden, tenzij deze aan de leiband
worden gehouden.
G. In de tuingroep te twisten, zich baldadig aan te stellen en er zich in dronken
toestand bevinden.
H. Te overnachten in de tuingroep.
I. Handel te voeren of verkopen, van welke aard ook, te organiseren.
J. Sluikstorten
Artikel 8: Einde van terbeschikkingstelling van een perceel
De toelating om over een perceel te beschikken kan steeds door het bestuur
worden ingetrokken en dit zonder enig recht op vergoeding voor het lid.
Het perceel dient alsdan ontruimd te worden overeenkomstig artikel 9 van
dit reglement en dit binnen 10 kalenderdagen tenzij een andere termijn
bepaald door het bestuur waarvan het lid schriftelijk wordt in kennis gesteld.
Een intrekking kan steeds in volgende niet-limitatief opgesomde gevallen:
-niet betaling van het lidgeld binnen een termijn van drie maanden na
de vraag hiertoe
-overlijden van het lid
-wangedrag of diefstal
-erge verwaarlozing van het perceel
-verkoop van tuinopbrengsten en het voeren van handel
-een gehele of gedeeltelijke afstand van het perceel aan derden zonder
toelating van het bestuur
-de weigering van het lid zich te schikken naar de bepalingen van dit
reglement of naar beslissingen van het bestuur
-in geval van overmacht, bij verkoop van het terrein of indien de gronden
door de eigenaar niet meer ter beschikking van de vereniging worden
gesteld of geen overeenkomst kan bereikt worden over de huurprijs.
Artikel 9: Ontruiming van een perceel
Een lid dat in de onmogelijkheid verkeert zijn perceel nog verder persoonlijk
op een normale wijze te onderhouden, dient het bestuur hiervan onmiddellijk
in kennis te stellen met vermelding van de vermoedelijke duur van de onder-
breking.
Bij het eindigen van het gebruik van een perceel, om welke reden ook, dienen de leden de percelen volledig ontruimd en ontdaan van alle materialen en constructies, in goede staat terug ter beschikking te stellen van de vereniging.
De leden dienen op eigen kosten en verantwoordelijkheid hiervoor in te staan.
Bij weigering of indien aan voormelde bepaling niet voldaan werd binnen de in een aangetekende aanmaning toegestane termijn, zal het bestuur het perceel laten ontruimen op kosten van het lid.
De constructies en materialen die zich alsdan nog op het perceel bevinden,
worden eigendom van de vereniging en het lid kan geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Artikel 10: Kennisname en instemming met het reglement
Door de betaling van het lidgeld erkent het lid kennis te hebben van de bepalingen van dit reglement en hiermee in te stemmen.
Elk lid ontvangt bij het in gebruik nemen van een perceel een exemplaar van dit reglement en bevestigt alsdan de ontvangst ervan.
Artikel 11: Overtredingen en onvoorziene gevallen
A. Elk lid, die de bepalingen van dit reglement overtreedt of zich schuldig maakt
aan ernstige misdrijven, kan onmiddellijk uitgesloten worden met verplichte
ontruiming van het perceel en dit zonder recht op enige vergoeding.
B. Alle in dit reglement niet voorziene gevallen zullen, zonder mogelijkheid van
beroep, door het bestuur beslecht worden op een vergadering waarop
minstens de helft plus één der bestuursleden aanwezig dient te zijn.
C. In beide voormelde gevallen kan het lid vragen vooraf gehoord te worden
door het bestuur.
Artikel 12: Inkomsten van de vereniging
Ontvangen toelagen en prijzen, ontvangen door de vereniging, worden aangewend voor het onderhoud van de tuingroep.
Artikel 13: Vermogen van de vereniging
De leden en hun eventuele rechtsopvolgers hebben geen aandeel in het vermogen van de vereniging en hebben geen recht op een aandeel in behaalde opbrengsten.
Bij uittreding, uitsluiting of overlijden kunnen de leden nooit een teruggave of
vergoeding vorderen voor betaalde bijdragen.
Artikel 14: Ontbinding van de vereniging
Bij ontbinding van de vereniging, om welke reden ook, zal het vermogen van de vereniging bestemd worden voor een doel dat aansluit bij het doel van de
vereniging en mag dit op geen enkele wijze worden uitgekeerd aan de leden.
Artikel 15: Opmerkingen en voorstellen
Het staat elk lid vrij voorstellen ter verbetering van de werking van de vereniging over te maken aan het bestuur, dat hierover zal oordelen op haar volgende bestuursvergadering en hierover verslag zal uitbrengen op de eerstvolgende algemene vergadering.
Deze voorstellen dienen schriftelijk aan de secretaris van de vereniging te worden bezorgd.
Artikel 16: Lidgeld
Ieder lid is verplicht jaarlijks het lidgeld te betalen voor de periode van
1 januari tot en met 31 december.
Bij opzegging van het lidmaatschap wordt dit lidgeld, of een gedeelte ervan, niet terugbetaald.
Indien het pand opnieuw wordt toegewezen aan een nieuw lid, is het lid-
geld verschuldigd vanaf de maand van ingebruikname tot en met 31 december van dat jaar.
Tot de vereniging kunnen ook steunende leden toetreden die een jaarlijkse bijdrage betalen.
Artikel 17: Stemmingen
Ieder bestuurslid heeft het recht om een stemming te vragen over een door hem aangebracht onderwerp.
Deze stemming is bindend indien minstens de helft plus één van de actieve bestuursleden hun stem hebben uitgebracht.
Een bestuurslid kan voor deze stemming enkel volmacht verlenen aan een ander bestuurslid.
Bij gelijkheid van stemmen wordt een tweede stemronde gehouden.
Indien er alsdan nog een gelijkheid van stemmen bereikt wordt, beslist de
voorzitter.
Dit reglement is een herziening van het originele oprichtingsreglement dat goedgekeurd werd in de bestuursvergadering van 4. 4. 1957 en de algemene vergadering van 9. 11. 1957.
Dit werd aangepast in de bestuursvergadering van 1. 2. 1980 voor de artikels 1, 2, 3, 4 en 7 en op de bestuursvergadering van 22. 1. 2004 voor alle artikels.
Dit reglement werd goedgekeurd door het bestuur op 1. 10. 2020 en treedt in werking op 1. 11. 2020.